Type 3: gedrags- en emotionele stoornissen
Kinderen die een attest of een verslag krijgen voor buitengewoon onderwijs type 3 hebben een gedragsstoornis of een emotionele stoornis. Het kan gaan over ADHD, oppositioneel opstandig gedrag, een hechtingsstoornis, angstproblemen... Wanneer het in het gewoon onderwijs fout loopt en er is nog geen psychiatrische diagnose, enkel een vermoeden, kan het CLB een voorlopig verslag schrijven, geldig voor één jaar.
Een gedrags- of emotionele stoornis is niet min. We kunnen deze problemen niet 'oplossen'. Met een goeie aanpak kunnen we de problemen wel 'hanteerbaar' maken en kinderen opnieuw kansen geven om te ontwikkelen en te leren.
We doen dat vanuit deze visie:
Een gedrags- of emotionele stoornis is niet min. We kunnen deze problemen niet 'oplossen'. Met een goeie aanpak kunnen we de problemen wel 'hanteerbaar' maken en kinderen opnieuw kansen geven om te ontwikkelen en te leren.
We doen dat vanuit deze visie:
- Een goeie relatie tussen de leerling en (een beperkt aantal) leraren is essentieel. (Verbondenheid)
- Positieve feedback doet wonderen. (Competentiegevoel)
- Elk kind is anders, elk kind leeft zijn eigen leven, maakt eigen keuzes. (Autonomie)
- Gedrag ontstaat in interactie: de houding van de volwassene speelt een belangrijke rol.
- Gedragsproblemen zijn (vaak) een signaal voor lager welbevinden.
- Meer emoties = minder rationeel denken. Emoties hebben tijd nodig >> tijd geven om tot rust te komen.
- Ieder kind reageert anders op tegenslag of frustratie. Zeker als emoties hoog oplopen, stemmen we onze aanpak af.
- 'Telkens een nieuwe kans' is de enige weg vooruit.
- De betrokken leerkracht blijft verantwoordelijk, spreekt indien nodig een straf af, geeft kansen tot herstel.
Allemaal niet zo bijzonder, maar net iets meer. En iedereen heeft het wel eens moeilijk. Een aanpak voor kinderen met gedragsproblemen is dus goed voor AL onze kinderen!